Er waren zwaluwen en steenbokken. Het was in de sneeuw en langs de beek over de stenen bij de watervalletjes. Er waren veel kruisbeelden en aantekeningen van de zegening op elke voordeur. Het rook er naar koeien, gras, zuurstof en regen. Er was volle maan en wolken kropen door het dal. In de kroeg was geen muziek, alleen geroezemoes en lachbuien, en veel rook, en Kaiserschmarrn en notenlikeur voor toe. Er waren oude mensen met verhalen over mijn grootouders, over mijn moeder als tiener, en mij als baby. Het was in een bliepvrije wereld. Ik zal maar niet zeggen waar.
Geef een reactie