Orden je werk regelmatig. Lekker losbranden is in het begin heel fijn, maar na een tijd verlies je het overzicht (en de greep) op je biografie.

• Gebruik overzichtslijsten, tijdlijnen, geeltjes, tekeningen of schema’s, klassieke of digitale mappen, schrijverssoftware.
• Maak aparte documentjes aan voor persoons-beschrijvingen, samenhang van gebeurtenissen, locaties.
• Ruim tussendoor ook op. Hecht je eraan om oude versies te bewaren, markeer ze dan goed, zodat je niet op een gepasseerd station doorwerkt.

Wordt je verhaal steeds langer, dan kan het ook helpen om na enige tijd een inhoudsopgave te maken. Je houdt even op met creatief schrijven en keert terug naar de aanpak als bij een scriptie. Heel gestructureerd zet je onder elkaar waar alle onderwerpen thuis horen. Onder de grote hoofdstukken vul je in trefwoorden de alinea’s in. Zo’n tussenfase werkt verhelderend; je kunt er al hoofdstuktitels redigeren en tussenkoppen bedenken.

Het enige gevaar van deze tussenstop is dat je jezelf misschien vastzet in de gekozen volgorde. Houd altijd de vrijheid om te schuiven en te schrappen. Dat gaat juist zo makkelijk met onze moderne middelen.

Tip: Een heel praktisch hulpmiddel is de schrijfsoftware Scrivener (voor PC en Mac). Het programma is helemaal ontworpen om orde te scheppen én te houden in je project. Ook kun je er de structuur goed mee beheren. Veel schrijvers die ermee hebben leren werken, willen echt niet meer zonder. Het werkt prima voor alle genres: fictie, non-fictie en poëzie.